Maatschappelijke kwestie

Wat godsdienstigen en ongodsdienstigen gemeen hebben

Zevende deel in een zevendelige reeks over internationale godsdienstvrijheid

Beschermt godsdienstvrijheid alleen de godsdienstigen?

Het zoeken naar waarheid en zin, en een streven om boven en buiten de wereld te staan, zijn niet exclusief voor een bepaalde kerk, cultuur of land. Dit zijn volkomen normale idealen van ieder mens. Iemand hoeft niet godsdienstig te zijn om een moreel leven te leiden, en iemand hoeft niet ongodsdienstig te zijn om voor zichzelf te denken. Ze maken beiden deel uit van de openbare ruimte en willen hetzelfde recht om hun overtuiging te uiten. Godsdienstvrijheid zou ieder moeten beschermen die om belangrijke kwesties geeft en het algemeen welzijn ter harte gaat.

  

Godsdienstigheid en ongodsdienstigheid hoeven elkaar niet op te heffen. Zoveel verschillende levenswijzen maken onze wereld gecompliceerd, maar ze kunnen die ook verrijken. De uitdaging is om te leren hoe we ruimte kunnen maken voor elkaars overtuiging zonder onze eigen overtuiging op te offeren.

De menselijke samenleving heeft een onvermijdelijk moreel aspect. De aard van de wet, handel, onderwijs en relaties vloeit voort uit onze aannames over wat goed en verkeerd is. Sociale waarden worden door denkbeelden uit veel bronnen beïnvloed – geschiedenis, literatuur, filosofie en wetenschap – maar morele en godsdienstige tradities spelen een wezenlijke rol. Zowel godsdienstige als ongodsdienstige mensen hebben baat bij elkaars prestaties. We hoeven geloof en verstand niet als tegengestelden te beschouwen.

Gezien deze interactie is het begrijpelijk dat godsdienstvrijheid zoveel met andere burgerrechten gemeen heeft. Vrijheid van meningsuiting, persvrijheid en vrijheid van vergadering hebben bijvoorbeeld meer betekenis als zij ondersteund worden door de vrijheid van godsdienstbeoefening. Hoewel geweten, ethiek en mensenrechten vaak met ongodsdienstige waarden geassocieerd worden, vallen ze toch nog onder de noemer godsdienstvrijheid. En dus zijn ongodsdienstige en godsdienstige belangen nauw verwant.

Rechtsgeleerde Brett Scharffs noemt godsdienstvrijheid de ‘hoofdwortel van de mensenrechtenboom’, de diepliggende bron van de voeding voor de wortels, takken en bladeren van andere vrijheden. Allereerst, stelt hij, schept godsdienstvrijheid ruimte in de grondwet voor het zoeken naar welke waarheid ook, en beschermt het – zoals het mensenrechtencomité van de Verenigde Naties het heeft verwoord – ‘theïstische, ontheïstische en atheïstische overtuiging’. In de loop van de geschiedenis zijn vrijheid van meningsuiting, persvrijheid en vrijheid van vergadering altijd uit de noodzaak tot bescherming van godsdienstige minderheden ontstaan.  Ten tweede dient godsdienstvrijheid als een buffer tussen de overtuigingen van het individu en de macht van een dominante overheid. Anders worden rechten slechts een geschenk van de staat en geen onvervreemdbaar eigendom. En ten derde verschaft godsdienstvrijheid de intellectuele en politieke middelen om gewetensvrijheid in stand te houden. ‘De rechtvaardigingen voor de bescherming van het geweten’, zo zegt Scharffs, ‘waren overwegend godsdienstige rechtvaardigingen, en als het godsdienstige geweten geen bescherming krijgt, mogen we niet verwachten dat andere gronden voor het geweten gerespecteerd worden.’[1]

Godsdienstvrijheid kan een wereld in beroering stabiliteit bieden. Afhankelijk van de locatie nemen godsdienstigheid en ongodsdienstigheid gelijktijdig toe en af. Eeuwenlang waren Europa en Noord-Amerika het centrum van het christendom, maar dat is nu naar het zuiden van de wereld verschoven. Er zijn meer dan een miljard christenen in Latijns-Amerika en Afrika. En naar verwachting zal Azië tegen 2025 geen 350 miljoen christenen meer tellen, maar 460 miljoen.[2] De afgelopen 25 jaar heeft het orthodoxe christendom in Midden- en Oost-Europa in geloof en identiteit een opleving doorgemaakt. [3] De Islam is de snelstgroeiende godsdienst ter wereld.[4] En de hindoebevolking zal tegen 2050 naar verwachting met 34 procent gegroeid zijn naar 1,4 miljard.[5] Tegen die tijd zal India de grootste aantallen hindoes en moslims ter wereld hebben.[6]

Als we deze bredere visie in gedachten houden, neemt godsdienstigheid in de wereld niet af.

Toch wordt de samenleving in Europa, Noord-Amerika, Australië en Nieuw-Zeeland en andere delen van de wereld minder godsdienstig.[7] Wie geen lid van een kerk maar toch geestelijk zijn, vormen nu de op één na grootste godsdienstige groepering in Noord-Amerika en de meeste Europese landen.  In de Verenigde Staten vormen de niet-kerkelijken bijna een kwart van de bevolking.[8] En veel internationale overheidsorganisaties nemen wetsvoorstellen aan op grond van ongodsdienstige ethiek, niet op godsdienstig gezag.

Deze verschillende trends tonen aan dat het pluralisme toeneemt, en dat er voor zowel godsdienstigheid als ongodsdienstigheid een rol is weggelegd. Die twee hoeven elkaar niet op te heffen. Zoveel verschillende levenswijzen maken onze wereld gecompliceerd, maar ze kunnen die ook verrijken. De uitdaging is om te leren hoe we ruimte kunnen maken voor elkaars overtuiging zonder onze eigen overtuiging op te offeren.

Grote vrijheid van hart en geest slaat een brug tussen godsdienstigen en ongodsdienstigen.


[1] Zie Brett G. Scharffs, ‘Why Religious Freedom? Why the Religiously Committed, the Religiously Indifferent and Those Hostile to Religion Should Care’, Cardus, 20 april 2017.

[2] Wes Granberg-Michaelson, ‘Think Christianity Is Dying? No, Christianity Is Shifting Dramatically’, Washington Post, 20 mei 2015.

[3] Ariana Monique Salazar, ‘Orthodox Christians in Europe More Likely to Believe Than Practice Their Religion’, Pew Research Center, 30 mei 2017.

[4] Michael Lipka en Conrad Hackett, ‘Why Muslims Are the Fastest Growing Religious Group’, Pew Research Center, 6 april 2017.

[5] ‘The Future of World Religions: Population Growth Projections, 2010–2050’, Pew Research Center, 2 april 2015.

[6] Conrad Hackett, ‘By 2050, India to Have World’s Largest Populations of Hindus and Muslims’, Pew Research Center, 21 april 2015.

[7] Alan Cooperman, Conrad Hackett, David Voas en Jack A. Goldstone, ‘The Future of World Religions’, Pew Research Center, 23 april 2015.

Stijlgidsnotitie:Als u De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen in een artikel noemt, gebruik dan bij de eerste vermelding alstublieft de volledig naam van de kerk. Voor meer informatie over het gebruik van de naam van de kerk, zie onze onlineStijlgids.