Officiële verklaring

Publieke verklaring over godsdienstvrijheid en non-discriminatie

Welkom en introducties door ouderling D. Todd Christofferson 

"Goedemorgen, fijn dat u bent gekomen. Ik ben ouderling D. Todd Christofferson, en ik ben hier om deze persconferentie in mijn hoedanigheid van een van de twaalf apostelen van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen in te leiden. Zuster Neill Marriott, lid van het algemeen jongevrouwenpresidium, en ouderling Dallin H. Oaks en ouderling Jeffrey R. Holland van de twaalf apostelen zullen ieder drie of vier minuten spreken.

Hoewel de kerk elke dag vele interacties met nieuwsmedia heeft, geven we niet vaak persconferenties — misschien eens in de twee jaar als we een belangrijke bekendmaking hebben of iets belangrijks te zeggen hebben. En vandaag hebben we iets te zeggen. We willen u onze bezorgdheid kenbaar maken over de toenemende spanning en polarisatie tussen voorstanders van godsdienstvrijheid aan de ene kant en voorstanders van homorechten aan de andere kant. Voor wie de kerk op de voet volgen en bekend zijn met haar leringen en haar standpunt over verschillende maatschappelijke kwesties, zal het duidelijk zijn dat we vandaag geen wijzigingen in de leer of leringen van de kerk bekendmaken. Maar we stellen wel een stap voorwaarts voor, waarmee zij die verschillend over deze complexe kwesties denken samen naar oplossingen op zoek kunnen gaan, die voor iedereen billijk zijn.

Als wij ons zegje hebben gedaan, zullen sommigen van ons blijven zitten om uw vragen te beantwoorden.

Zuster Marriott, die zitting heeft in het public affairscomité van de kerk, begint, gevolgd door de ouderlingen Oaks and Holland."

Zuster Neill Marriott

"Mijn naam is Neill Marriott en het doet mij genoegen om hier namens De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen samen met de ouderlingen Christofferson, Oaks en Holland te zijn en onze visie op de aanhoudende discussie over godsdienstvrijheid te geven. Hoewel we hoofdzakelijk tot een Amerikaans publiek spreken, sluiten we daarbij onze eigen leden in die wereldwijd 15 miljoen tellen, en van wie velen in landen wonen waar dezelfde kwesties spelen die hier in de Verenigde Staten spelen.

Dit land is in een grote discussie verwikkeld over het huwelijk, het gezin, het individuele geweten, de collectieve rechten en de plek van godsdienstvrijheid in onze samenleving. Het zal in grote mate van het uiteindelijke resultaat van deze discussie afhangen of miljoenen mensen met uiteenlopende achtergronden en verschillende zienswijzen en waarden in de nabije toekomst in relatieve harmonie met elkaar zullen samenleven.

In een democratische samenleving leiden verschillende opvattingen vaak tot spanningen. Dergelijke spanningen hoeven ons geen zorgen te baren, tenzij die zo extreem worden dat ze het fundament van onze samenleving dreigen te ondermijnen. Hoewel dat in het verleden soms wel gebeurd is, zijn we als medeburgers op ons best als de verschillende botsende zienswijzen, openlijk en uitgebreid geventileerd in een nationale discussie, uiteindelijk tot een compromis en een oplossing leiden, en we er als natie gesterkt uit naar voren komen. 

De discussie waar we het over hebben, betreft de bevestiging van de rechten van de een zonder afbreuk te doen aan de rechten van de ander.  Aan de ene kant in de discussie hebben we voorstanders van de rechten van lhbt’ers of holebi’s. Deze beweging ontstond na eeuwen van minachting en vervolging van en zelfs geweld tegen homoseksuelen. Uiteindelijk zag het grootste deel van de samenleving in dat die behandeling gewoonweg niet deugde, en dat elementaire mensenrechten zoals een baan of een woning niet afhankelijk mogen zijn van iemands seksuele geaardheid.

De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen is van mening dat seksuele betrekkingen buiten een heteroseksueel huwelijk strijdig zijn met de wet van God. Dit gebod en deze leer staan in de heilige Schrift en het is niet aan ons om daar verandering in aan te brengen. God is echter liefdevol en barmhartig. Zijn hart gaat zonder onderscheid uit naar al zijn kinderen, en Hij verwacht van ons dat we elkaar liefdevol en billijk behandelen.  Uit het leven van Jezus Christus blijkt ruimschoots dat Hij achter de naleving van de wetten van God stond, maar Hij reikte ook de hand aan verschoppelingen, hoewel Hem dat niet in dank werd afgenomen. Etnische minderheden, vrouwen, bejaarden, mensen met een lichamelijke of verstandelijke handicap, en mensen die een impopulair beroep uitoefenden, konden allemaal op de empathie van de Heiland van de mensheid rekenen. Het is om deze reden dat de kerk zich heeft uitgesproken voor wetten en verordeningen die lhbt’ers tegen discriminatie op de woning- en arbeidsmarkt beschermen."

Ouderling Dallin H. Oaks

"Wie de bescherming van het godsdienstige geweten en de vrije uitoefening van hun godsdienst nastreven, kijken ondertussen met ontzetting naar de gestage uitholling van gekoesterde vrijheden die in de Amerikaanse grondwet worden gegarandeerd.    Sinds 1791 biedt de waarborg op godsdienstvrijheid, zoals in het eerste amendement opgenomen, alle burgers de zekerheid dat zij er hun eigen religieuze ideeën op na mogen houden en vrij zijn om die te uiten en in praktijk te brengen, zo lang dat niet de volksgezondheid of veiligheid in gevaar brengt. Dit is een van de meest gekoesterde en kenmerkende vrijheden van Amerika. Toch zijn er steeds meer voorbeelden te noemen, waarin godsdienstvrijheid in toenemende mate wordt aangevallen. Bijvoorbeeld de volgende:

  • In de staat Californië zijn een twintigtal christelijke studenten-verenigingen niet officieel erkend, omdat zij erop staan dat hun leiders een christelijk geloof aanhangen. Het universiteitssysteem dwingt deze verenigingen hun godsdienstige geweten opzij te zetten om officieel erkend te worden.
  • In een van de grootste steden van Amerika namen overheids-advocaten onlangs de preken en aantekeningen in beslag van predikanten die zich op religieuze gronden ten dele tegen een nieuwe wet verzetten. Deze predikanten kregen niet alleen te maken met intimidatie, maar ook met strafrechtelijke vervolging, omdat zij erop stonden dat een nieuwe verordening over homorechten in een referendum aan de burgers moest worden voorgelegd.
  • Een paar jaar geleden was een turner met een Olympische gouden medaille — toevallig een heilige der laatste dagen — uitgekozen om de Amerikaanse delegatie op de Olympische Spelen te vertegenwoordigen. Er werd druk op hem uitgeoefend om voor deze symbolische functie te bedanken, omdat voorstanders van homorechten geprotesteerd hadden dat hij Proposition 8 in Californië had gesteund. Het is ironisch te noemen dat hem dezelfde gewetensvrijheid werd ontzegd die opinieleiders eisten voor de homoseksuele atleten die hij symbolisch zou vertegenwoordigen.
  • En onlangs was het hoofd van een groot Amerikaans bedrijf gedwongen ontslag te nemen, nadat zijn geloofsovertuiging publiekelijk onder vuur was genomen.

Jammer genoeg wordt de lijst steeds langer. Mensen onverdraagzaamheid te verwijten, louter omdat ze zich door hun geloof en geweten laten leiden, heeft een remmende werking op de vrijheid van meningsuiting en de publieke discussie.  De democratie is de grote verliezer als gelovigen publiekelijk worden geïntimideerd, sancties krijgen opgelegd, hun baan verliezen of reputatieschade oplopen, omdat ze publiekelijk hun mening geven, zich inzetten voor een zaak of hun stem uitbrengen. Dergelijke strategieën zijn net zo verwerpelijk als iemand een baan, een woning of openbare diensten op basis van ras of geslacht weigeren. Kerken hebben, als zij zich in de maatschappelijke discussie mengen, minimaal dezelfde rechten als elk ander lichaam.  Het is behoorlijk ironisch dat de mensen die zich voor lhbt-rechten hard hebben gemaakt nu anderen het recht willen ontnemen om het oneens te kunnen zijn met hun voorstellen omtrent maatschappelijke kwesties. Het kostbare grondwettelijke recht op vrije meningsuiting sluit geen enkel individu of enkele groep uit. Een samenleving is pas werkelijk vrij als zij vrijheid van godsdienstuitoefening, van geweten en van meningsuiting voor iedereen respecteert, ook voor impopulaire minderheden.

Wetgevers in alle Amerikaanse staten is gevraagd om de wetgeving inzake lhbt-kwesties aan te scherpen om ervoor te zorgen dat niemand wordt achtergesteld op de woning- of arbeidsmarkt. De leiding van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen juicht zoals bekend deze maatregelen toe. Tegelijkertijd is er ook grote behoefte aan wetten die kerken en personen tegen discriminatie en agressie beschermen als zij een beroep doen op het recht op vrije meningsuiting en godsdienstbeoefening, die de kern vormen van onze identiteit als natie en van ons erfgoed als burgers.

Daar er vaak naar ons standpunt over deze kwesties wordt geïnformeerd, bevestigt de kerk de volgende beginselen, die zijn gebaseerd op de leringen van Jezus Christus en op billijkheid voor iedereen, inclusief gelovigen:

  1. Wij kennen iedereen het van God verkregen en grondwettelijke recht toe om hun geloof volgens de stem van hun eigen geweten na te leven, maar wel zonder de gezondheid en veiligheid van anderen schade toe te brengen.
  2. Wij erkennen dat deze vrijheid van meningsuiting op zowel mannen als vrouwen van toepassing is. Laat hen het geloof van hun keuze belijden, of geen enkel geloof als ze dat verkiezen.
  3. Wij geloven dat een evenwichtige wetgeving erop gericht moet zijn om de vrijheden van alle mensen te waarborgen, met respect voor hen die andere waarden hebben.
  4. Wij wijzen elke vorm van vervolging en agressie af, waaronder vervolging op grond van ras, etniciteit, godsdienstige overtuiging, economische omstandigheden, of verschillen in sekse of seksuele geaardheid.

Wij doen een beroep op gemeentelijke, provinciale en landelijke overheden om al hun burgers te dienen door wetgeving aan te nemen die belangrijke godsdienstige vrijheden voor personen, gezinnen, kerken en andere geloofsgenootschappen waarborgen. Tegelijkertijd dienen de rechten van onze lhbt-burgers te worden beschermd, met name op het gebied van huisvesting, werk en voorzieningen in hotels, restaurants en het openbaar vervoer, want dat is in vele delen van het land nog niet het geval."

Ouderling Jeffrey R. Holland

"De harmonisering van de rechten van alle mensen — inclusief hun godsdienstrechten — vergt wijsheid en inzicht, mededogen en billijkheid. Voor politici vergt het ongetwijfeld staatsmanschap van het hoogste niveau. Er wordt niets bereikt als een van de partijen zijn toevlucht neemt tot intimidatie, politieke scoringsdrift of verwijten van onverdraagzaamheid. Dit zijn serieuze kwesties voor serieuze mensen, die er weldoordacht en hoffelijk over van gedachten wisselen.

Welke soorten godsdienstrechten willen we dan wel waarborgen? Ten eerste verwijzen we naar het recht van geloofsgemeenschappen, dat in de grondwet is verankerd, om naar de stem van hun geweten te functioneren. Dat geeft hun het recht om hun geloofsovertuiging vanaf de kansel te verkondigen en in kerkklassen te onderwijzen, hun opvattingen in het openbaar te bespreken, hun eigen leiders te kiezen en hun leden zonder restricties te besturen.

Dit sluit ook het recht in om kerkelijke eigendommen in overeenstemming met hun geloofsovertuiging zonder inmenging van de overheid te gebruiken. Uiteraard dienen dergelijke rechten nooit zo te worden gebruikt dat de volksgezondheid of persoonlijke veiligheid erdoor in gevaar komt. Ze zouden ook zaken zoals werk, gedragscodes voor en toelating tot kerkscholen insluiten. Dat komt omdat aan de kerk gelieerde bedrijven of entiteiten die rechtstreeks verband houden met de doelstellingen en taken van de kerk dezelfde speelruimte in arbeidsnormen en -gebruiken moeten hebben als de kerk zelf.

Godsdienstrechten moeten een gezin beslist het recht op aanbidding en godsdienstoefeningen in de eigen woning toekennen. Ouders hebben het recht om hun kinderen hun godsdienstige waarden bij te brengen — met de erkenning dat kinderen hun eigen pad zullen kiezen als ze oud genoeg zijn.

Behalve de institutionele bescherming, moeten gelovigen individueel staan op hun grondwettelijke recht om hun leven in overeenstemming met hun geloofsovertuiging te leiden, inclusief beroepskeuze of werkkring, of het vervullen van een openbaar ambt zonder intimidatie, dwang of agressie van enig andere groepering. Een mormoonse arts die geen abortussen of kunstmatige inseminatie bij een lesbisch paar wil uitvoeren, dient daartoe niet tegen zijn of haar geweten in gedwongen te worden, vooral als er genoeg anderen zijn die dat wel willen doen. Nog een voorbeeld, een apotheker van katholieke huize die weigert de ‘morning-afterpil’ in zijn assortiment op te nemen, terwijl grote apothekersketens dat artikel aanbieden, dient eveneens niet, door middel van pesterijen of een boycot, gedwongen te worden zijn of haar geweten geweld aan te doen.

Met consideratie en welwillendheid, met wat geven en nemen, zullen geen van deze gewaarborgde rechten van gelovige mensen inbreuk doen op de rechten van homoseksuele mannen en vrouwen die hun leven volgens hun eigen rechten en principes willen leiden.

Laten we tot slot dit punt onderstrepen als alternatief voor de retoriek en intolerantie die nu al zo lang de nationale discussies over dit onderwerp lijken te kenmerken.  We dienen manieren te vinden om respect te hebben voor mensen met andere opvattingen, waarden en levenswijze dan wij, zonder dat we onder druk worden gezet om onze eigen opvattingen, waarden en levenswijze te ontkennen of op te geven. De rechten van iedere burger worden het beste gewaarborgd als ieder persoon en iedere groepering voor de rechten van anderen opkomt alsof het de rechten betreft waarvoor zij zelf opkomen.

Vandaag hebben we uitgelegd dat de kerk bezorgd is over de uitholling van de godsdienstvrijheid. Bovendien roepen wij op tot billijkheid voor alle mensen. We herinneren iedereen aan een officiële verklaring die de kerk in 1835 heeft uitgegeven, en die formeel in een heilige tekst, bekend als de Leer en Verbonden, is opgenomen.

De tekst van die heilige Schrift bevestigt beide aspecten van het standpunt dat we vandaag innemen. Ten eerste dat wij allen rekenschap aan God verschuldigd zijn voor een verantwoorde beoefening van onze godsdienst. We roepen alle landgenoten op om verantwoord met hun godsdienstvrij-heid om te gaan. Ten tweede zet de tekst de passende rol van de overheid uiteen bij de bescherming van publieke belangen, zonder inbreuk te doen op de vrijheid van godsdienstoefening, wat zij ‘de vrijheid van de ziel’ noemt. Honderdtachtig jaar later zet De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen zich nog steeds in voor verantwoord burgerschap, terwijl zij ook de godsdienstvrijheid onverkort verdedigt.

Dank u voor uw aandacht.

Nu zal Michael Otterson de persmedewerkers van public affairs vragen om de interviewverzoeken met ouderling Oaks en Christofferson af te stemmen. De omroepen zijn als eerste aan de beurt. Vandaag beperken we in verband met de tijd de tv-interviews tot maximaal drie minuten. Als er omroepen zijn die een langer interview willen voor bepaalde programma’s in de komende dagen, dan willen we u daar graag in tegemoet komen. De schrijvende pers zal vandaag wat meer tijd krijgen. Ook is ouderling Von Keetch in ons midden, een advocaat die goed onderlegd is in het constitutionele recht. Hij kan u aanvullende achtergrondinformatie geven en u kunt hem citeren, als u dat wilt."

Stijlgidsnotitie:Als u De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen in een artikel noemt, gebruik dan bij de eerste vermelding alstublieft de volledig naam van de kerk. Voor meer informatie over het gebruik van de naam van de kerk, zie onze onlineStijlgids.